Belastingplan 2025: Salderen blijft voordeliger dan verwacht voor eigenaren van zonnepanelen, de energiebelasting wordt minder snel verlaagd

Goed nieuws voor bezitters van zonnepanelen! Uit het nieuwe Belastingplan 2025 blijkt dat de voordelen van salderen in 2025 beter zijn dan oorspronkelijk voorzien. Dit komt door een minder snelle verlaging van de energiebelasting. Hierdoor kunnen huishoudens met zonnepanelen langer profiteren van het terugleveren van hun opgewekte stroom.

‍

Wat betekent dit voor u als zonnepaneel eigenaar?

In plaats van een snelle afbouw van het salderingsvoordeel, wordt de verlaging van de energiebelasting stapsgewijs doorgevoerd. Dit betekent dat u ook na 2025 meer financieel voordeel haalt uit het salderen van uw opgewekte energie dan eerder werd verwacht.

Salderen blijft aantrekkelijk

Salderen is het verrekenen van de opgewekte zonne-energie met het energieverbruik. Deze regeling blijft dankzij de aangepaste belastingplannen aantrekkelijker voor zonnepaneeleigenaren. Terwijl de energiebelasting minder snel wordt verlaagd, kan de opgewekte zonnestroom nog steeds tegen een gunstig tarief worden teruggeleverd.

Stimulans voor duurzaamheid

De nieuwe regeling biedt een extra stimulans om te investeren in zonnepanelen. Hoe langer u kunt profiteren van de voordelen van salderen, hoe sneller u uw investering terugverdient. Met deze wijziging in het Belastingplan 2025 blijft zonne-energie een van de meest aantrekkelijke manieren om te besparen op energiekosten en bij te dragen aan een duurzamere toekomst.

Energiebelasting in 2025: Lagere verlaging dan verwacht

Voor 2025 was een verlaging van de energiebelasting naar 9,08 eurocent per kilowattuur voorzien, maar volgens het op Prinsjesdag gepresenteerde Belastingplan 2025 zal deze slechts dalen naar 10,15 eurocent per kilowattuur. In plaats van een daling van 1,8 eurocent per kilowattuur, gaat de energiebelasting nu slechts met 0,73 eurocent omlaag. Voor zonnepaneeleigenaren betekent dit dat de terugverdientijd van hun installatie enkele weken tot maanden korter kan worden, afhankelijk van hun persoonlijke situatie.

Invloed van de energiebelasting op salderen

Al in 2016 stelde PwC vast dat ongeveer 80 procent van de opbrengsten voor zonnepaneeleigenaren afhankelijk is van de hoogte van de energiebelasting, de Opslag Duurzame Energie (ODE) en de btw. Wijzigingen in deze belastingen hebben direct invloed op de rendabiliteit van zonne-energieprojecten. In 2016 zorgde een daling van de energiebelasting op elektriciteit nog voor een verslechtering van de businesscase voor zonnepanelen, aldus PwC. Ook onderzoeksbureau CE Delft concludeerde destijds dat een verlaging van de energiebelasting op stroom de terugverdientijd van zonnepanelen verlengt. Immers, als de prijs van elektriciteit voor consumenten daalt, wordt de opgewekte zonne-energie minder waard.

Kortere terugverdientijd in 2025

De komende wijziging in de energiebelasting zal de terugverdientijd voor zonnepaneeleigenaren opnieuw veranderen. Dit is niet de eerste keer dat belastingaanpassingen impact hebben. In 2022 verlaagde de overheid de energiebelasting fors om de energierekening te compenseren, wat nadelig was voor zonnepaneeleigenaren. De terugverdientijd liep toen gemiddeld met 6 maanden op. Voor 2023 pakte het anders uit. Door het prijsplafond bleef een geplande verlaging van de energiebelasting uit, en steeg deze zelfs naar 12,60 eurocent per kilowattuur, het hoogste niveau in meer dan 10 jaar. Hierdoor werd de terugverdientijd van zonnepanelen gemiddeld juist 6 maanden korter.

Historische verschuivingen in de energiebelasting

Een belangrijke verschuiving vond plaats in 2016, toen de energiebelasting op elektriciteit in de eerste schijf (tot 10.000 kilowattuur) met 16 procent werd verlaagd en meer naar gas werd verschoven. De historische en toekomstige ontwikkelingen van de energiebelasting zijn van grote invloed op de terugverdientijd van zonnepanelen, zoals ook uit eerdere veranderingen blijkt.

Terugdraaien van de verhoging van energiebelasting op aardgas

Vorig jaar creëerde het kabinet een extra schijf in de energiebelasting om huishoudens gerichter te ondersteunen. Deze maatregel wordt echter ook in 2025 nog niet toegepast. Sinds dit jaar bestaat de energiebelasting uit 5 in plaats van 4 schijven. In 2025 blijven de tarieven voor de eerste en tweede schijven van zowel gas als elektriciteit gelijk aan die van 2024. Wat wel verandert, is dat het kabinet onder leiding van premier Schoof de eerder aangekondigde verhoging van de energiebelasting op aardgas terugdraait. In tegenstelling tot vorig jaar, toen de energiebelasting op aardgas werd verhoogd om consumenten te stimuleren over te stappen op elektrische warmteopties zoals warmtepompen, kiest het nieuwe kabinet juist voor een verlaging van de belasting op aardgas. Deze maatregel, die al in het hoofdlijnenakkoord werd aangekondigd, is bevestigd in het nieuwe regeerprogramma. De verlaging van de energiebelasting op aardgas in de eerste en tweede schijf moet bijdragen aan een lagere energierekening voor huishoudens.

Tarieven energiebelasting 2025

De tarieven voor het Belastingplan 2025, exclusief btw, zijn als volgt:

Energiebelasting op aardgas

• 1e schijf (0 - 1.000 m³): 57,82 eurocent per m³
• 2e schijf (1.000 - 170.000 m³): 57,82 eurocent per m³
• 3e schijf (170.000 - 1 miljoen m³): 31,57 eurocent per m³
• 4e schijf (1 - 10 miljoen m³): 20,35 eurocent per m³
• 5e schijf (> 10 miljoen m³): 5,39 eurocent per m³

Energiebelasting op elektriciteit

• 1e schijf (0 - 2.900 kWh): 10,15 eurocent per kWh
• 2e schijf (2.900 - 10.000 kWh): 10,15 eurocent per kWh
• 3e schijf (10.000 - 50.000 kWh): 6,94 eurocent per kWh
• 4e schijf (50.000 - 10 miljoen kWh): 3,87 eurocent per kWh
• 5e schijf (> 10 miljoen kWh): 0,32 eurocent per kWh

Bent u geïnteresseerd in zonnepanelen of wilt u meer weten over hoe het Belastingplan 2025 voor u voordelig kan uitpakken? Neem contact op met Quantum Solar en ontdek de mogelijkheden.